R E G L E M E N T V V E (B911 &) S P A N G E S E K A D E 91-98
BESTAANDE UIT het Modelreglement van splitsing van eigendom van februari 1973,
GEWIJZIGD volgens de bepalingen uit de Splitsingsakte d.d. 26 november 1976.
I N H O U D Modelreglement PDF p.
A. Definities ....................................... 4
B. Regeling omtrent het gebruik, het beheer en het
onderhoud van de gemeenschappelijke gedeelten en de
gemeenschappelijke zaken ............................ 4
C. Regeling omtrent het gebruik, het beheer en het
onderhoud van privé gedeelten ....................... 5
D. Schulden en kosten voor rekening van de
gezamenlijke eigenaars .............................. 7
E. Jaarlijkse exploitatierekening en begroting en te
storten bijdragen ................................... 7
F. Het in gebruik geven door de eigenaar van zijn
privé gedeelte aan een gebruiker .................... 8
G. Aandelen, die door de splitsing ontstaan, en
aandelen in de verplichting tot het bijdragen in de
schulden en kosten, die voor gemeenschappelijke
rekening zijn ....................................... 9
H. Ontzegging van het gebruik van privé gedeelten ... 9
I. Vervreemding en bezwaring van het
appartementsrecht .................................. 10
J. Regeling omtrent verzekering .................... 10
K. Overtredingen ................................... 11
L. Huishoudelijk Reglement ......................... 11
M. Oprichting van een vereniging van eigenaars en
vaststelling van de statuten van deze vereniging ... 12
I Algemene bepalingen ............................ 12
II Vergadering van eigenaars ...................... 12
III Het Bestuur van de vereniging .................. 15
A. Definities
Artikel 1
In het reglement wordt verstaan onder:
“de akte”: de akte van splitsing;
“gebouw”: het gebouw of de gebouwen dat/die in de splitsing is/zijn betrokken;
“eigenaar”: de gerechtigde tot een appartementsrecht, daaronder begrepen hij, die een beperkt
zakelijk genotsrecht op een appartementsrecht heeft;
“gemeenschappelijke gedeelten”: die gedeelten van het gebouw alsmede de daarbij behorende grond
die blijkens de akte niet bestemd zijn of worden om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
“gemeenschappelijke zaken”: alle zaken die bestemd zijn of worden om door alle eigenaars of een
bepaalde groep van eigenaars gebruikt te worden voorzover niet vallende onder d;
“privé gedeelte”: het gedeelte of de gedeelten van het gebouw en de daarbij behorende grond dat/die
blijkens de akte bestemd is/zijn of wordt/worden om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
“gebruiker”: degene die anders dan als eigenaar of als hebbende een zakelijk genotsrecht op een
appartementsrecht het recht van uitsluitend gebruik heeft van een privé gedeelte en het medegebruik
heeft van gemeenschappelijke gedeelten en/of gemeenschappelijke zaken;
“vereniging”: de vereniging van eigenaars als bedoeld in artikel 876 van het Burgerlijk Wetboek;
“vergadering”: de vergadering van eigenaars als bedoeld in artikel 876 b van het Burgerlijk Wetboek.
B. Regeling omtrent het gebruik, het beheer en het onderhoud van
de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken
Artikel 2
Tot de gemeenschappelijke gedeelten worden ondermeer gerekend:
funderingen, dragende muren en kolommen, het geraamte van het gebouw met de ondergrond, het
ruwe metselwerk, alsmede de vloeren, de buitengevels, waaronder begrepen raamkozijnen, deuren,
balkon-constructies, borstweringen, galerijen, terrassen en gangen, de daken, schoorstenen en
ventilatiekanalen, de traphuizen en hellingbanen, alsmede het hek- en traliewerk;
technische installaties met de daarbij behorende leidingen, met name voor centrale verwarming
(met uitzondering van de radiatoren en radiatorkranen in de privé gedeelten), voor luchtbehandeling,
vuilafvoer, afvoer van hemelwater met de riolering, gas, water en verder de hydrofoor, de electriciteits-
en telefoonleidingen, de gemeenschappelijke antenne, de bliksembeveiliging, de liften, de alarminstallatie
en de systemen voor oproep en deuropeners, alles voor zover vallende onder artikel 1, lid e.
Artikel 3
Indien er twijfel bestaat of een zaak tot de gemeenschappelijke gedeelten of de gemeenschappelijke zaken
behoort, wordt hierover beslist door de vergadering.
Artikel 4
Een eigenaar of gebruiker heeft het genot van de gemeenschappelijke gedeelten en/of de gemeenschappelijke
zaken, volgens de bestemming daarvan.
Hij moet daarbij inachtnemen het reglement en het huishoudelijk reglement en hij mag geen inbreuk maken
op het recht van mede-genot van de andere eigenaars of gebruikers.
Artikel 5
De eigenaars en gebruikers zijn verplicht zich te onthouden van luidruchtigheid, het onnodig verblijf
in de gemeenschappelijke gedeelten, voorzover deze niet voor verblijf voor korte of lange tijd bestemd
zijn, en het daarin plaatsen van fietsen, bromfietsen of andere voorwerpen op plaatsen, die hiervoor
niet zijn bestemd.
De wanden en/of plafonds van de hall en van het trappenhuis mogen niet worden gebruikt voor het
ophangen van schilderijen of andere voorwerpen, en het aanbrengen van decoraties en dergelijke.
De vergadering kan tot de in het eerste en tweede lid genoemde handelingen toestemming verlenen,
en een reeds verleende toestemming intrekken.
Artikel 6
Iedere op-, aan- of onderbouw zonder toestemming van de vergadering is verboden.
Het aanbrengen van naamborden, reclame- aanduidingen, uithangborden, zonneschermen, vlaggen,
bloembakken en andere uitstekende voorwerpen mag slechts geschieden met toestemming van de
vergadering of volgens regels te bepalen in het huishoudelijk reglement.
Een door de vergadering verleende toestemming kan – tenzij anders bepaald is – worden ingetrokken.
Iedere eigenaar of gebruiker is te allen tijde bevoegd tot het nemen van maatregelen, die strekken
tot het afwenden van een voor de gemeenschappelijke gedeelten of de gemeenschappelijke zaken
onmiddellijk dreigend gevaar. Hij is alsdan verplicht de administrateur onmiddellijk te waarschuwen.
Artikel 7
De eigenaars of gebruikers mogen zonder toestemming van de vergadering geen verandering in het gebouw
aanbrengen, waardoor de hechtheid ervan in gevaar zou worden gebracht of waardoor het architectonisch
uiterlijk of de constructie ervan gewijzigd zou worden.
Artikel 8
De vereniging voert het beheer over de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken
met inachtneming van het in artikel 37 bepaalde.
C. Regeling omtrent het gebruik, het beheer en het onderhoud
van privé gedeelten
Artikel 9
Iedere eigenaar of gebruiker heeft het recht op uitsluitend gebruik van zijn privé gedeelte, mits hij bij
de uitoefening van dat recht het reglement en het huishoudelijk reglement in acht neemt en mits hij aan
de andere eigenaars en gebruikers geen onredelijke hinder toebrengt.
De eigenaars en gebruikers zijn verplicht het privé gedeelte te gebruiken overeenkomstig de bestemming: woning.
Een gebruik dat afwijkt van deze bestemming is slechts geoorloofd met toestemming van de
vergadering. De vergadering kan bij het verlenen van de toestemming bepalen dat deze weer kan
worden ingetrokken.
In geval van wijziging van de bestemming van een privé gedeelte, is artikel 875 l lid 2 van het Burgerlijk
Wetboek van toepassing.
Artikel 10
Iedere eigenaar of gebruiker is verplicht zijn privé gedeelte behoorlijk te onderhouden. Tot dat
onderhoud behoort met name het schilder-, behang- en tegelwerk, de plafonds, de afwerklagen van
vloeren en balkons, het stucwerk, het schoonhouden en ontstoppen van alle sanitair en leidingen,
de reparatie en vervanging van hang- en sluitwerk aan deuren en ramen, ook aan die, welke zich in
de buitengevel bevinden of de scheiding vormen tussen de gemeenschappelijke gedeelten en het
privé gedeelte, de reparatie en vervanging van de privé brievenbus, de reparatie van radiatoren en
radiatorkranen.
Iedere eigenaar of gebruiker is verplicht de nodige zorgvuldigheid in acht te nemen met betrekking tot
de gemeenschappelijke gedeelten en/of de gemeenschappelijke zaken, ook wanneer laatstgenoemde
zaken zich in zijn privé gedeelte bevinden.
Indien voor het verrichten van een handeling met betrekking tot de gemeenschappelijke gedeelten of
zaken de toegang tot of het gebruik van een privé gedeelte noodzakelijk is, is de betreffende eigenaar
verplicht hiertoe zijn toestemming te verlenen. Eventuele schade die hieruit voortvloeit, wordt door
de vereniging vergoed.
Indien voor het verrichten van een handeling met betrekking tot een privé gedeelte de toegang of het
gebruik van een ander privé gedeelte noodzakelijk is, kan de toestemming van de betreffende eigenaar
met toepassing van artikel 875 o van het Burgerlijk Wetboek vervangen worden door een machtiging
van de kantonrechter.
In het geval dat in een privé gedeelte belangrijke schade is ontstaan of dreigt te ontstaan of gevaar
dreigt voor ernstige hinder van de andere eigenaars of gebruikers, dient de eigenaar of de gebruiker
de administrateur hiervan onverwijld in kennis te stellen.
Glasschade in of aan een privégedeelte komt voor rekening van de betrokken eigenaar of gebruiker,
tenzij de Vereniging van Eigenaars besluit het glas in de privé-gedeelten collectief te verzekeren.
Artikel 11
De eigenaars of gebruikers van de privé gedeelten gelegen direct onder het dak, zijn verplicht de installaties
voor radio, televisie en dergelijke, welke met toestemming of krachtens besluit van de vergadering
op het dak worden aangebracht, te gedogen.
De eigenaars of gebruikers van de privé gedeelten moeten de hoofdaansluitingen van gas, water,
electriciteit, systemen voor oproep en deuropeners, telefoon, centrale verwarming, radio en televisie
met bijbehorende en installaties gedogen, alles voorzover deze
niet in de gemeenschappelijke gedeelten zijn/worden geplaatst.
Artikel 12
Iedere eigenaar of gebruiker is tegenover de andere eigenaars of gebruikers aansprakelijk voor de schade
toegebracht aan het gebouw of de gemeenschappelijke zaken en voor onredelijke hinder veroorzaakt door
de schuld van hemzelf of van zijn huisgenoten en hij is verplicht voorzover dit redelijk is maatregelen te
nemen of te dulden die de strekking hebben bedoelde schade te voorkomen.
Artikel 13
Het voortbrengen van muziek en andere storende geluiden is tussen vier en twintig uur ‘s-nachts en
‘s-morgens zeven uur verboden.
Artikel 14
Alle privé gedeelten met uitzondering van de zich daarin bevindende gemeenschappelijke gedeelten
en/of gemeenschappelijke zaken, zijn voor rekening en risico van de betrokken eigenaars.
Het in lid 1 bepaalde geldt niet voor schade die veroorzaakt is door een evenement dat buiten
de betrokken privé gedeelten heeft plaats gehad. In dat geval komt de schade voor de eigenaars
gezamenlijk, onverminderd hun verhaal op degene die voor de schade aansprakelijk is.
Alle zich in het privé gedeelte bevindende gemeenschappelijke gedeelten en/of gemeenschappelijke
zaken zijn voor rekening en risico van de eigenaars gezamenlijk, onverminderd hun verhaal op degene
die voor de schade aansprakelijk is.
Artikel 15
De eigenaar of gebruiker van een privé gedeelte, voorzover bestemd tot tuin, is verplicht deze voor
zijn rekening als tuin aan te leggen en te onderhouden met inachtneming van de besluiten van de
vergadering en van het huishoudelijk reglement.
De vierde titel van het tweede (lees: derde) Boek van het Burgerlijk Wetboek is op de eigenaars
en gebruikers van toepassing.
Het is niet geoorloofd zonder toestemming van de vergadering opgaand hout in de tuin te hebben,
waardoor het uitzicht van de andere eigenaars of gebruikers en het ontvangen van licht en lucht door
de ramen en openingen van het gebouw zouden worden belemmerd.
Het is evenmin zonder toestemming van de vergadering geoorloofd tegen de muren planten of heesters
te laten opgroeien tot voorbij vijftig centimeter beneden het laagste raamkozijn van de eerste etage.
Een reeds verleende toestemming kan – tenzij anders is bepaald – worden ingetrokken.
Artikel 16
Iedere eigenaar of gebruiker is verplicht alle handelingen na te laten, waardoor schade kan worden
toegebracht aan de belangen van hypotheekhouders en andere zakelijke gerechtigden en hij is verplicht
alles te doen wat dienstig kan zijn ter voorkoming van die schade.
D. Schulden en kosten voor rekening van de gezamenlijke eigenaars
Artikel 17
Tot de schulden en kosten als bedoeld in artikel 875 f eerste lid onder a van het Burgerlijk Wetboek worden
gerekend:
die welke gemaakt zijn in verband met het normale onderhoud of het normale gebruik van de gemeenschappelijke
gedeelten of van de gemeenschappelijke zaken of tot het behoud daarvan;
die welke verband houden met noodzakelijke herstellingswerkzaamheden en vernieuwingen van
de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken, voorzover die ingevolge het
reglement of een rechterlijke beslissing als bedoeld in artikel 875 o van het Burgerlijk Wetboek niet
ten laste komen van bepaalde eigenaars;
de schulden en kosten van de vereniging;
het bedrag van de schadevergoeding door de gezamenlijke eigenaars als zodanig verschuldigd aan
één van hen of een derde;
de kosten van een rechtsgeding waarin de gezamenlijke eigenaars als eisers of als verweerders
optreden;
de assurantiepremiën verschuldigd naar aanleiding van de verzekeringen, die door het reglement zijn
voorgeschreven of waartoe ingevolge artikel 26 door de vergadering is besloten;
de verschuldigde publiekrechtelijke lasten voorzover geen aanslag is opgelegd aan de afzonderlijke
eigenaars;
de kosten van de leveringen en diensten die ondermeer kunnen bestaan uit de kosten van het schoonhouden
van de gemeenschappelijke ruimten en het periodiek reinigen van de beglazing van de gemeenschappelijke ruimten,
de vervanging van lampen en/of t.l. buizen en het onderhoud van de verlichting van de gemeenschappelijke ruimten,
de kosten van waterlevering en het stroomverbruik van de verlichting in de gemeenschappelijke ruimten en de
technische en electrische installaties, de premie van glasverzekering etcetera.
alle overige schulden en kosten, gemaakt in het belang van de gezamenlijke eigenaars als zodanig.
E. Jaarlijkse exploitatierekening en begroting en te storten bijdragen
Artikel 18
Van de gezamenlijke schulden en kosten genoemd in het vorige artikel alsmede van een naar tijdsduur
evenredig gedeelte van de kosten verbonden aan het periodiek schilderwerk en noodzakelijke vernieuwingen
wordt jaarlijks door de administrateur een begroting ontworpen en ter vaststelling aan de
jaarlijkse vergadering voorgelegd.
Met ingang van 1 december 1976 zal door de eigenaars ten behoeve van de
vereniging bij wijze van voorschot-bijdragen maandelijks aan de administrateur worden overgemaakt
een/twaalfde gedeelte van hun na te vermelden aanslag in het onder 1 bedoelde bedrag, bij welk
bedrag gevoegd wordt een/twaalfde gedeelte van het bedrag dat de eigenaars uit hoofde van de in
artikel 37 lid 7 bedoelde omslag verschuldigd zijn, alsmede tenminste 2% van het totale bedrag van de begroting
zulks tot het vormen van het reservefonds, hierna in artikel 31 omschreven.
Na afloop van elk boekjaar, in de akte nader aangegeven: 1 dec 1976 t/m 30 nov 1977, wordt ter berekening
van na te vermelden definitieve bijdrage door iedere eigenaar verschuldigd, door de administrateur een
exploitatierekening opgesteld over dat boekjaar en ter vaststelling aan de jaarlijkse vergadering
voorgelegd. In deze rekening zullen de schulden en kosten van dat boekjaar worden opgenomen.
Overschotten betrekking hebbende op de exploitatierekening van het afgelopen boekjaar zullen worden geboekt
op het te vormen reservefonds; tenzij de vergadering anders beslist.
Mocht de exploitatierekening een tekort opleveren, dan moeten de eigenaars dit tekort binnen een
maand na daartoe door de administrateur te zijn aangemaand, aanzuiveren.
Indien een eigenaar niet binnen acht dagen na verloop van de in het vorige lid genoemde termijn
het door hem verschuldigde aan de administrateur heeft voldaan, is hij daarover
rente verschuldigd waarvan het percentage twee procent hoger is dan dat van de wettelijke rente.
Artikel 27 is niet van toepassing.
Artikel 19
Indien een eigenaar het bedrag van zijn definitieve bijdrage niet binnen zes maanden na verloop van de
termijn bedoeld in lid 5 van het vorige artikel heeft voldaan, wordt zijn schuld omgeslagen over de andere
eigenaars in de verhouding als is omschreven in artikel 23 lid 3, ongeacht de maatregelen die jegens de
nalatige eigenaar kunnen worden genomen en behoudens recht van verhaal van de andere eigenaars op
eerstgenoemde.
F. Het in gebruik geven door de eigenaar van zijn privé gedeelte
aan een gebruiker
Artikel 20
Indien een eigenaar zijn privé gedeelte met inbegrip van het medegebruik van de gemeenschappelijke
gedeelten en/of de gemeenschappelijke zaken aan een ander in gebruik wil geven, zal die ander het
gebruik slechts kunnen verkrijgen na ondertekening van een in duplo opgemaakte en gedagtekende
verklaring dat hij het reglement en het huishoudelijk reglement, alsmede een besluit als bedoeld
in artikel 876 c van het Burgerlijk Wetboek, voorzover die op een gebruiker betrekking hebben, zal
naleven.
Van de in lid 1 bedoelde verklaring behoudt zowel de gebruiker als de administrateur een exemplaar.
De in lid 1 bedoelde verklaring zal geacht worden ook betrekking te hebben op besluiten en bepalingen
die eerst na die verklaring worden vastgesteld, tenzij een beroep op die bepalingen jegens de gebruiker
in strijd zou zijn met de goede trouw.
De administrateur zal de gebruiker van iedere aanvulling of verandering van het reglement of
huishoudelijk reglement, alsmede van een besluit als bedoeld in artikel 876 c van het Burgerlijk
Wetboek, op de hoogte stellen.
Artikel 21
De administrateur kan te allen tijde verlangen dat de gebruiker zich jegens de vereniging als borg
verbindt voor de eigenaar, en wel voor de richtige voldoening van hetgeen laatstgenoemde ingevolge
het reglement aan de vereniging schuldig is of zal worden.
Voormelde borgtocht zal zich slechts uitstrekken tot verplichtingen van de betrokken eigenaar die
opeisbaar worden na het tijdstip, waarop per aangetekende brief door de administrateur aan de
gebruiker is medegedeeld, dat de vereniging van de in het vorige lid bedoelde bevoegdheid gebruik
wenst te maken. Bovendien zal de gebruiker uit hoofde van de hier bedoelde borgtocht per maand
nimmer meer verschuldigd zijn dan een bedrag, overeenkomende met de geschatte maandelijkse
huurwaarde van het desbetreffende privé gedeelte.
Verlangd zal kunnen worden dat de borg afstand doet van het voorrecht van uitwinning en van alle
andere voorrechten en excepties door de wet aan borgen toegekend of nog toe te kennen.
Artikel 22
De gebruiker die zonder de in de artikel 20 bedoelde verklaring getekend te hebben of zonder de in
artikel 21 bedoelde verplichting te zijn nagekomen een privé gedeelte betrokken heeft, kan door de
administrateur hieruit verwijderd worden en hem kan het medegebruik van de gemeenschappelijke
gedeelten en/of gemeenschappelijke zaken worden ontzegd.
Indien iemand zonder enige titel een privé gedeelte betrokken heeft kan hij hieruit door de administrateur
worden verwijderd als onherroepelijk hiertoe door de eigenaars gemachtigd. De administrateur
gaat niet tot ontruiming over dan nadat hij de betrokkene tot ontruiming heeft aangemaand. Van het
bevel tot ontruiming staat binnen veertien dagen beroep open op de vergadering.
G. Aandelen, die door de splitsing ontstaan, en aandelen in de
verplichting tot het bijdragen in de schulden en kosten, die
voor gemeenschappelijke rekening zijn
Artikel 23
De eigenaars zijn in de gemeenschap gerechtigd in de nader in de akte te bepalen breukdelen.
De gemeenschappelijke baten worden in eenzelfde verhouding tussen de eigenaars verdeeld.
In gelijke verhouding zijn de eigenaars verplicht bij te dragen in de schulden en kosten, die voor
gemeenschappelijke rekening zijn, zoals vermeld in artikel 17, lid a t/m g en artikel 17 lid i.
In de kosten van de leveringen en diensten zoals vermeld in artikel 17 lid h dragen de eigenaars van
de appartementsrechten ieder voor één/veertigste gedeelte bij.
H. Ontzegging van het gebruik van privé gedeelten
Artikel 24
Aan de eigenaar die zelf het recht van gebruik uitoefent en die:
de bepalingen van het reglement of het huishoudelijk reglement of de bepalingen bedoeld in artikel
876 c van het Burgerlijk Wetboek niet nakomt of overtreedt,
zich schuldig maakt aan onbehoorlijk gedrag jegens de andere eigenaars en/of gebruikers,
kan door de vergadering een waarschuwing worden gegeven dat indien hij ondanks deze waarschuwing
binnen een jaar nadat hij deze heeft ontvangen andermaal een of meer der genoemde gedragingen
verricht of voortzet, de vergadering overgaat tot de in het volgende lid bedoelde maatregel.
Wordt een of meer der in het vorige lid bedoelde gedragingen binnen genoemde termijn andermaal
gepleegd of wordt deze voortgezet, dan kan de vergadering besluiten tot ontzegging van het gebruik
van het privé gedeelte dat aan de eigenaar toekomt.
De vergadering besluit niet tot het geven van een waarschuwing of besluit niet tot ontzegging van het
gebruik dan na verhoor of behoorlijke oproeping van de eigenaar. De oproeping geschiedt ten minste
veertien dagen vóór de dag van de vergadering, en wel bij aangetekende brief met vermelding van de
gerezen bezwaren. De eigenaar kan zich ter vergadering doen vertegenwoordigen of doen bijstaan door
een raadsman.
De in dit artikel bedoelde besluiten moeten worden genomen met een meerderheid van ten minste
twee/derde van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste twee/derde van het
totaal aantal stemmen vertegenwoordigd is. Artikel 37 lid 5 is van overeenkomstige toepassing.
De in dit artikel bedoelde besluiten worden door de administrateur bij aangetekend schrijven ter kennis
van de belanghebbende en van de op zijn appartement ingeschreven hypotheekhouders gebracht.
De besluiten zullen de gronden vermelden die tot de maatregel hebben geleid.
Een besluit tot ontzegging van het gebruik zal niet eerder ten uitvoer mogen worden gelegd dan na
verloop van een termijn van een maand na verzending van de kennisgeving als in lid 5 bedoeld. Beroep
op de rechter ingevolge artikel 876 d van het Burgerlijk Wetboek schorst de tenuitvoerlegging van het
genomen besluit met dien verstande, dat de schorsing wordt opgeheven, wanneer de rechter zich met
het besluit verenigt, zelfs wanneer de betrokkene tegen deze uitspraak de rechtsmiddelen van hoger
beroep of cassatie zou kunnen aanwenden.
Indien een eigenaar zijn privé gedeelte in gebruik heeft gegeven, is het in de vorige leden bepaalde
op de gebruiker van toepassing, wanneer deze een gedraging verricht als vermeld in lid 1, of indien hij
niet voldoet aan de financiële verplichtingen voortvloeiende uit de door hem gestelde borgtocht.
I. Vervreemding en bezwaring van het appartementsrecht
Artikel 25
Een appartementsrecht kan worden vervreemd en met hypotheek en andere zakelijke rechten worden
bezwaard. Onder vervreemding valt ook toedeling.
Voor de terzake van het verkregen appartementsrecht verschuldigde voorschot-bijdragen en definitieve
bijdragen die in het lopende of in het voorafgaande boekjaar opeisbaar zijn geworden of nog zullen
worden, zijn de verkrijger en de vroegere eigenaar hoofdelijk aansprakelijk.
Alleen de vroegere eigenaar is aansprakelijk voor de extra voorschot-bijdragen bedoeld in artikel 37
en de definitieve bijdragen die verschuldigd zijn als gevolg van besluiten van de vergadering die tot
stand gekomen zijn in het tijdvak, gedurende hetwelk hij eigenaar was.
Hetzelfde geldt voor bijzondere bijdragen verschuldigd terzake van andere rechtsfeiten, die in voormeld
tijdvak hebben plaats gehad.
In afwijking van het vorige lid is uitsluitend de nieuwe eigenaar aansprakelijk voor assurantiepremiën en
het verschuldigde loon aan de administrateur, voorzover deze premie of dit loon opeisbaar is geworden
na de vervreemding.
De administrateur draagt zorg dat alle daarvoor in aanmerking komende overeenkomsten op naam
van de nieuwe eigenaar gesteld worden.
J. Regeling omtrent verzekering
Artikel 26
Het gebouw zal door de administrateur worden verzekerd bij één of meer door de vergadering aan te
wijzen verzekeraars tegen brand-, waaronder begrepen ontploffingsschade. Voorts zal de vergadering
bevoegd zijn te besluiten tot het aangaan van verzekering tegen andere gevaren.
Het bedrag der verzekeringen wordt vastgesteld door de vergadering; het zal wat de brandverzekering
betreft moeten overeenstemmen met de herbouwkosten van het gebouw; de vraag, of deze overeenstemming
bestaat, zal jaarlijks gecontroleerd moeten worden door een deskundige.
Verzekeringsovereenkomsten worden door de administrateur afgesloten ten name van de gezamenlijke
eigenaars. Hij is daartoe slechts bevoegd indien het bepaalde in lid 5 wordt nageleefd.
De eigenaars verbinden zich de uit hoofde van de verzekeringsovereenkomsten uit te keren schadepenningen,
indien deze vijfduizend gulden te boven gaan, te doen plaatsen op
een voor de financiering van het herstel van de schade krachtens besluit van de vergadering door
de administrateur te openen afzonderlijke bankrekening ten name van de vereniging, die de op deze
rekening gestorte gelden zal houden voor de eigenaars; ten aanzien van de op deze rekening te storten
gelden is artikel 31 leden 3 tot en met 5 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de
gelden steeds bestemd moeten blijven voor het herstel of de wederopbouw, onverminderd artikel 876
j lid 4 van het Burgerlijk Wetboek. In het geval bedoeld in artikel 876 j lid 4 van het Burgerlijk Wetboek,
zal, indien een eigenaar zich heeft schuldig gemaakt aan een daad of verzuim, welke krachtens de wet
of de verzekeringsvoorwaarden gehele of gedeeltelijke ongehoudenheid van de verzekeraar tot uitkering
van de schadepenningen tot gevolg zou hebben, de uitkering van het aandeel van de betreffende
eigenaar dienen te geschieden aan de verzekeraar.
De administrateur dient ervoor te zorgen, dat de verzekeringsovereenkomst de volgende clausule bevat:
“Zolang de eigendom van het hierbij verzekerde gebouw gesplitst is in appartementsrechten, gelden de
volgende aanvullende voorwaarden.
Een daad of verzuim van een eigenaar, welke krachtens de wet of de verzekeringsvoorwaarden gehele
of gedeeltelijke ongehoudenheid van ondergetekenden tot uitkering van de schadepenningen tot
gevolg zou hebben, laat de uit deze polis voortvloeiende rechten onverlet.
Niettemin zullen de ondergetekenden in zodanig geval gerechtigd zijn, mits zij voor de uitkering de wens
daartoe te kennen hebben gegeven, een aandeel in de schadepenningen overeenkomende met het
aandeel waarin de betreffende eigenaar in de gemeenschap gerechtigd is, van deze terug te vorderen.
Ingeval van toepassing van artikel 876 j lid 4 van het Burgerlijk Wetboek zal de uitkering van het aandeel
in bedoeld geval in plaats van aan de eigenaar geschieden aan de ondergetekenden.
Gaat de verschuldigde uitkering een bedrag van tweeduizend vijfhonderd gulden te boven, dan geschiedt
zij op de wijze te bepalen door de vergadering van eigenaars, zulks blijkende uit een door de voorzitter
gewaarmerkt afschrift van de notulen der vergadering.
Door uitkering overeenkomstig de voorwaarden dezer polis zullen ondergetekenden tegenover alle
belanghebbenden volledig zijn gekweten.”
In geval door de eigenaars besloten wordt tot herstel of herbouw, is het bepaalde in artikel 876 j van
het Burgerlijk Wetboek leden 2 tot en met 4 en artikel 876 k van het Burgerlijk Wetboek van toepassing
met dien verstande dat uitkering van het aan iedere eigenaar toekomende aandeel in de assurantie-
penningen aan deze slechts zal kunnen geschieden met toestemming van degenen die op het
desbetreffende appartementsrecht een recht van hypotheek hebben.
Indien de schadepenningen niet toereikend blijken te zijn voor herstel of herbouw, draagt iedere
eigenaar bij in het tekort, in de verhouding vermeld in artikel 23, onverminderd het verhaal op degene
die voor de schade aansprakelijk is.
Iedere eigenaar is bevoegd een suppletoire verzekering te sluiten. In het geval bedoeld in het tweede
lid van artikel 875 l van het Burgerlijk Wetboek is de administrateur tot het sluiten van een suppletoire
verzekering verplicht.
K. Overtredingen
Artikel 27
Bij overtreding van één der bepalingen van de wet, van het reglement of van het huishoudelijk
reglement, hetzij door een eigenaar, hetzij door een gebruiker, zal de administrateur de betrokkene een
schriftelijke waarschuwing doen toekomen per aangetekende brief en hem wijzen op de overtreding.
Indien de betrokkene geen gevolg geeft aan de waarschuwing kan de vergadering hem een boete
opleggen van maximaal 24 maal de laatste vastgestelde maandelijkse bijdrage voor elke overtreding,
onverminderd de gehoudenheid van de overtreder tot schadevergoeding, zo daartoe termen aanwezig
zijn, en onverminderd de andere maatregelen, welke de vergadering kan nemen krachtens de wet of
het reglement.
Het vorenstaande geldt niet, indien een eigenaar zijn financiële verplichtingen jegens de vereniging
of jegens de gezamenlijke eigenaars niet of niet tijdig nakomt.
De te verbeuren boeten komen ten bate van het reservefonds.
L. Huishoudelijk Reglement
Artikel 28
Behoudens het bepaalde in de voorafgaande artikelen kan het gebruik van de gemeenschappelijke
gedeelten en van de gemeenschappelijke zaken worden geregeerd door een huishoudelijk reglement,
dat alsdan zal worden vastgesteld en
dat kan worden aangevuld of gewijzigd door de vergadering met een meerderheid van tenminste drie/vierde
van het aantal uitgebrachte stemmen, waarin een aantal eigenaars tegenwoordig is of vertegenwoordigd
is, dat ten minste twee/derde van het totaal aantal stemmen kan uitbrengen.
Artikel 37 lid 5 is van overeenkomstige toepassing.
De regels als bedoeld in artikel 876 c van het Burgerlijk Wetboek moeten in het huishoudelijk reglement
worden opgenomen en zullen met het reglement niet in strijd mogen zijn.
Ook op deze regels is het in het voorgaande lid bepaalde van toepassing.
Bij vervreemding van een appartementsrecht is de nieuwe eigenaar die het privé gedeelte zelf in gebruik
wil nemen, verplicht een verklaring te tekenen dat hij de bepalingen van het huishoudelijk reglement zal
naleven. Voor de toepassing van deze bepaling wordt het vestigen van een zakelijk genotsrecht op een
appartementsrecht met vervreemding gelijkgesteld.
M. Oprichting van een vereniging van eigenaars en vaststelling
van de statuten van deze vereniging
I. Algemene bepalingen
Artikel 29
Bij de akte wordt opgericht een vereniging van eigenaars als bedoeld in artikel 875 f 1e lid onder e
van het Burgerlijk Wetboek.
De naam van de vereniging en de plaats waar zij gevestigd is worden in de akte bepaald.
De vereniging heeft ten doel het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de eigenaars.
Artikel 30
Het vermogen van de vereniging wordt gevormd door de bijdragen door de eigenaars verschuldigd
overeenkomstig de bepalingen van het reglement, alsmede door toevallige baten.
Artikel 31 !
Er wordt een reservefonds gevormd, waaruit buitengewone uitgaven kunnen worden bestreden.
Aan dat fonds zal geen andere bestemming worden gegeven tenzij krachtens besluit van de vergadering
met toepassing van het bepaalde in artikel 37 lid 5, dan wel na opheffing van de splitsing.
De gelden van het reservefonds worden krachtens besluit van de vergadering gedeponeerd op een
afzonderlijke bankrekening ten name van de vereniging.
Over de in het vorige lid bedoelde gelden kan slechts door de voorzitter of de plaatsvervangend-voorzitter,
tezamen met de administrateur en na bekomen machtiging van de vergadering
van eigenaars worden beschikt, tenzij de gelden worden gebruikt in overeenstemming met een tevoren vastgestelde
begrotingspost.
De vergadering zal kunnen besluiten tot belegging van de geldmiddelen van het reservefonds,
welke belegging echter niet anders zal mogen geschieden dan op de wijze als aangegeven in de
Beleggingswet.
De waardepapieren zullen moeten worden bewaard op de wijze als door de vergadering bepaald.
II. Vergadering van eigenaars
Artikel 32 !
De vergaderingen van eigenaars worden gehouden te Rotterdam. Zij worden gehouden zo dikwijls de
administrateur of acht der eigenaars dit verlangen.
Jaarlijks binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar zal een vergadering worden gehouden,
waarin, in overeenstemming met artikel 18 lid 3, door de administrateur de exploitatierekening over
het afgelopen boekjaar wordt verstrekt die door de vergadering moet worden goedgekeurd voor de
vaststelling van de definitieve bijdrage door iedere eigenaar. In deze of een eerdere vergadering wordt
tevens een nieuwe begroting opgesteld voor het aangevangen of het komende jaar.
Vergaderingen worden voorts gehouden zo dikwijls de administrateur of de voorzitter zulks nodig
achten, alsmede indien tenminste acht eigenaars onder nauwkeurige
schriftelijke opgave van de te behandelen punten zulks verzoeken aan de administrateur.
Indien een door eigenaars verlangde vergadering niet door de administrateur wordt bijeengeroepen op
een zodanige termijn, dat de verlangde vergadering binnen 1 maand na binnenkomen van het verzoek
wordt gehouden, zijn de verzoekers bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen met inachtneming
van dit reglement.
Door de vergadering wordt uit de eigenaars of hun echtgenoten een voorzitter en een plaatsvervangend
voorzitter benoemd. Voor de eerste maal kan de benoeming van de voorzitter bij de akte geschieden.
De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter worden voor onbepaalde tijd benoemd met dien
verstande, dat zij als zodanig van rechtswege defungeren zodra zij ophouden eigenaars te zijn.
Zij kunnen te allen tijde door de vergadering worden ontslagen.
De voorzitter, casu quo de plaatsvervangend voorzitter, is belast met de leiding van de vergadering;
bij hun afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
De oproeping ter vergadering vindt plaats met een termijn van ten minste acht vrije dagen en wordt
verzonden naar de werkelijke of, in overeenstemming met artikel 15 Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek,
gekozen woonplaats van de eigenaars; zij bevat de opgave van de punten der agenda alsmede de
plaats van de vergadering.
De plaatsvervangend voorzitter treedt op ingeval van ontstentenis of belet van de voorzitter.
De aanwezigheid ter vergadering blijkt uit de vóór de aanvang van de vergadering ondertekende
presentielijst.
Artikel 33 !
Stemgerechtigd zijn de eigenaars, onverminderd het bepaalde in artikel 875 q lid 3 van het
Burgerlijk Wetboek.
Zolang een opvolgend eigenaar niet heeft voldaan aan het bepaalde in artikel 875 p van het
Burgerlijk Wetboek, heeft hij niet het recht zijn stemrecht uit te oefenen, noch het recht vergaderingen
bij te wonen.
Het maximum aantal stemmen in de vergadering bedraagt veertig; uit te brengen door de eigenaar van elk
appartementsrecht: één stem.
Artikel 34
Indien een appartementsrecht aan meer personen toekomt zullen dezen hun rechten in de vergadering
slechts kunnen uitoefenen door middel van één hunner of van een derde, daartoe schriftelijk aangewezen.
Indien zij over hun vertegenwoordiging ter vergadering niet tot overeenstemming kunnen komen,
is de meest gerede hunner bevoegd de kantonrechter te verzoeken een derde aan te wijzen als
vertegenwoordiger.
Artikel 35
Ieder der eigenaars is bevoegd, hetzij in persoon, hetzij bij een schriftelijk gevolmachtigde, de vergadering
bij te wonen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen, behoudens het bepaalde in artikel
875 q van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 36 !
Alle besluiten, waarvoor in dit reglement of krachtens de wet geen afwijkende regeling is voorgeschreven,
worden genomen met volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen.
Bij staking van stemmen over zaken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Indien bij stemming
over personen geen hunner de volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen verkrijgt, wordt
herstemd tussen de twee personen, die de meeste stemmen op zich verenigd hebben.
Indien meer dan twee personen in dit geval verkeren en een gelijk aantal stemmen hebben verkregen, wordt
door loting uitgemaakt, welke twee van hen voor herstemming in aanmerking komen. Indien het grootste
aantal stemmen slechts door één persoon is verkregen, zal worden herstemd tussen die persoon en een
persoon, die een aantal stemmen verkregen heeft, hetwelk het dichtst het grootste aantal stemmen nabijkomt,
en indien meer personen in dit laatste geval verkeren, zal door het lot worden beslist, wie van hen
voor herstemming in aanmerking komt. Bij deze tweede stemming is alsdan gekozen hij, die de meeste
stemmen op zich verenigd heeft, terwijl ingeval bij deze tweede stemming de stemmen staken, het lot beslist.
Blanco stemmen zijn van onwaarde.
Met een besluit van de vergadering staat gelijk een voorstel, waarmede alle eigenaars schriftelijk
hun instemming hebben betuigd.
In een vergadering zal voor de aanhangige onderwerpen een geldig besluit kunnen worden genomen,
ongeacht het aantal stemmen dat ter vergadering kan worden uitgebracht, tenzij in dit Reglement een minimum
quorum is voorgeschreven.
Artikel 37 !
De vergadering beslist over het beheer van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke
zaken, voorzover de beslissing hierover niet aan de administrateur is opgedragen.
De beslissing over het onderhoud van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke
zaken berust bij de administrateur. Deze kan echter geen onderhoudswerkzaamheden opdragen
die één/twaalfde gedeelte van de laatste goedgekeurde begroting te boven gaan, indien hij daartoe
niet vooraf door de vergadering is gemachtigd.
De vergadering beslist, tenzij de overheid het recht heeft de kleur van het buitenverfwerk te bepalen,
over de kleur van het buitenverfwerk alsmede over de kleur van dat gedeelte
van het binnenverfwerk hetwelk moet geschieden aan de gemeenschappelijke gedeelten en de
gemeenschappelijke zaken en aan die zijde van de particuliere voordeur die is gekeerd naar de hallzijde.
Ieder der eigenaars of gebruikers is verplicht zijn medewerking te verlenen aan de uitvoering van
de besluiten der vergadering, voor zover dit redelijkerwijze van hem verlangd kan worden. Lijdt hij
als gevolg hiervan schade dan wordt deze hem door de vereniging vergoed.
Besluiten door de vergadering tot het doen van uitgaven die één/twaalfde gedeelte van de laatste
goedgekeurde begroting
te boven gaan, kunnen slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste drie/vierde van
het aantal uitgebrachte stemmen in een vergadering, waarin een aantal eigenaars tegenwoordig of
vertegenwoordigd is, dat ten minste twee/derde van het totaal aantal stemmen kan uitbrengen. In
een vergadering, waarin minder dan twee/derde van het in de vorige zin bedoelde maximum aantal
stemmen kan worden uitgebracht, kan geen geldig besluit worden genomen.
In dat geval zal een nieuwe vergadering worden uitgeschreven, te houden niet vroeger dan twee
en niet later dan zes weken na de eerste.
In de oproep tot deze vergadering zal mededeling worden gedaan dat de komende vergadering
een tweede vergadering is als bedoeld in dit artikel. In deze vergadering zal over de aanhangige
onderwerpen een besluit kunnen worden genomen ongeacht het aantal stemmen, dat ter vergadering
kan worden uitgebracht.
Het in het vorige lid bepaalde geldt niet voor uitgaven met betrekking tot posten die door de
vergadering overeenkomstig artikel 18 lid 1 en artikel 32 lid 2 op de jaarlijkse begroting zijn geplaatst
voorzover deze posten met niet meer dan tien procent overschreden worden, of voor uitgaven waarvoor
een speciale reserve is gevormd.
Indien door de vergadering overeenkomstig het in het vijfde lid bepaalde tot het doen van een uitgave
wordt besloten, wordt tevens de extra voorschotbijdrage bepaald, welke door de administrateur te
dier zake van de eigenaars kan worden gevorderd. De uitvoering van zodanige besluiten kan eerst
geschieden wanneer de voor de uitvoering benodigde gelden in de kas van de vereniging gereserveerd
zijn.
Het in het lid 5 bepaalde geldt eveneens voor besluiten tot verbouwing of voor besluiten tot het
aanbrengen van nieuwe installaties of tot het wegbreken van bestaande installaties, voor zover deze
niet als een uitvloeisel van het normale beheer zijn te beschouwen.
De eigenaar, die van zodanige maatregel geen voordeel trekt, is niet verplicht in de
kosten hiervan bij te dragen.
Artikel 38
Tot het aangaan van overeenkomsten, waaruit regelmatig terugkerende verplichtingen, die zich over
een langere periode dan een jaar uitstrekken, voortvloeien, met uitzondering van de contracten die
betrekking hebben op het normale beheer, kan slechts door de vergadering worden besloten, voorzover
de mogelijkheid hiertoe uit het reglement blijkt.
Van deze bepaling kan zelfs niet met algemene stemmen worden afgeweken.
Artikel 39
Van het behandelde in de vergadering worden, tenzij hiervan een notarieel proces-verbaal wordt
opgemaakt, onderhandse notulen gehouden, welke moeten worden ondertekend door de voorzitter
en de administrateur.
Artikel 46 Wetboek van Koophandel is ten deze van overeenkomstige toepassing (lees: Het staat de
rechter vrij aan de notulen van de vergaderingen van eigenaars zodanige bewijskracht toe te kennen,
als hij in ieder bijzonder geval zou vermenen te behoren; onverminderd de wettelijke bewijskracht van
authentieke akten).
Iedere eigenaar kan te allen tijde inzage van de notulen verlangen.
III. Het Bestuur van de vereniging
Artikel 40
Het bestuur van de vereniging berust bij de administrateur, die benoemd wordt door de vergadering.
Deze zal ook een plaatsvervangend administrateur kunnen benoemen.
De administrateur en de plaatsvervangend administrateur worden benoemd voor onbepaalde tijd
en kunnen te allen tijde worden ontslagen.
De administrateur beheert de middelen van de vereniging en draagt zorg voor de tenuitvoerlegging
van de besluiten van de vergadering, onverminderd het bepaalde in artikel 31.
Hij behoeft de machtiging van de vergadering voor het instellen van en berusten in rechtsvorderingen
en het aangaan van dadingen alsmede voor het aangaan van rechtshandelingen en het geven van
kwijtingen een belang van één/twaalfde gedeelte van de laatste goedgekeurde begroting te boven gaande.
Hij behoeft geen machtiging om verweer te voeren in een kort geding.
Voorzover in verband met de omstandigheden het nemen van spoedeisende maatregelen, welke uit
een normaal beheer kunnen voortvloeien, noodzakelijk is, is de administrateur zonder opdracht van
de vergadering hiertoe bevoegd, met dien verstande dat hij voor het aangaan van verbintenissen een
belang van één/twaalfde gedeelte van de laatste goedgekeurde begroting te boven gaande de machtiging nodig
heeft van de voorzitter van de vergadering en voor het aangaan van verbintenissen een belang van één/twaalfde
gedeelte van de laatste goedgekeurde begroting te boven gaande de machtiging van de vergadering.
De administrateur is verplicht aan iedere eigenaar alle inlichtingen te verstrekken betreffende de
administratie van het gebouw en het beheer van de fondsen, welke die eigenaar mocht verlangen,
en hem op zijn verzoek inzage te verstrekken van alle op die administratie en dat beheer betrekking
hebbende boeken, registers en bescheiden; hij houdt de eigenaars op de hoogte van zijn woonplaats
en telefoonnummer.
Artikel 41
De administrateur legt een register aan van eigenaars en gebruikers. Na kennisgeving als bedoeld in de
artikelen 875 p lid 2 en 875 q lid 4 van het Burgerlijk Wetboek wordt het register door hem bijgewerkt.
Artikel 42
De administrateur is verplicht de kasmiddelen van de vereniging te plaatsen op een giro- of bankrekening
ten name van de vereniging.
Voor de eerste maal wordt tot administrateur van de vereniging benoemd Kok Beheer B.V.,
gevestigd te Rotterdam.
Annex 1 van het Modelreglement is niet van toepassing.
(Get.) J. Dahlhaus; Th. Schuurmans.
Aandelen in de splitsing gebouw Spangesekade 91-98
Door de "afsplitsing van Balkenstraat 9-11" (2007) daalde het aantal appartementen van 40 naar 34.
De resp. aandelen in de splitsing werden als volgt:
jan 2018/lga