HET GESCHENK UIT DE HEMEL

Het is vier uur in de middag. De zon is al onder. De randen van de hemel worden donker. De lucht, de flats en de weilanden rond Hoogheemd krijgen iets grijzigs. Over vijf minuten vertrekt de bus naar de binnenstad.

    Op zes hoog knipt Elaine Offringa haar kerstster aan. Ze is opgewekt en een tikje nerveus. Ze is er van overtuigd dat er gasten komen met kerst. Nog drie nachtjes slapen, denkt ze, dan is het zover. Ze werpt een laatste blik in het kookboek. Ze kent het recept bijna uit het hoofd. Met een beetje geluk heeft ze vanavond de ingrediënten in huis. Ze loopt met twee plastic tassen naar de bus.

    In de binnenstad zijn veel mensen op de been. Het is al flink schemerig. Ze loopt door een van de drukste winkelstraten naar het stadsplein. Er ligggen winkels rondom. De ene zaak is nog mooier verlicht dan de andere. Ze gaat naar het midden van het plein. Ze legt haar tassen even op de klinkers en draait heel heel langzaam om haar as.

'Oh mooi' mompelt ze.

    Ze moet kastanjes hebben. Er is een geschikte delicatessenzaak een eindje verderop. Onderweg komt ze een kerstman tegen op een slee. Ze aait één van de rendieren. In de lekkernijenwinkel koopt ze ook drie ons bonbons. Dan moet ze naar de poelier. Er staat een rij van hier tot gunder. Ze luistert naar de klanten voor haar.

'Kalkoen voor Van Houten; kalkoen voor Berends; fazant van de Pol; haas op naam van Meindertsma'.

Al die achternamen maken haar zenuwachtig. Ze is eindelijk aan de beurt. Ze vraagt:

'Poelier, had ik van tevoren moeten bestellen?'

De man in het wit beaamt dit.

'Maar ik moet tamme kalkoen met kastanjes maken. Ik krijg gasten ziet u' zegt ze.

De poelier lacht.

'U bedoelt kalkoen met tamme kastanjes' zegt hij.

'Dat zei ik toch?'

'U zei tamme kalkoen'.

De klanten lachen smakelijk. Elaine lacht niet mee.

'Maar hoe moet het nu?' vraagt ze.

'U heeft geluk mevrouw. Ik heb een extra voorraadje in huis'. Even later zeult Elaine met een zware kalkoen naar de bus.

Wachten duurt lang vindt Elaine. Vanochtend is ze naar het RIAGG geweest, vanmiddag heeft ze maar wat gezeten. Ze moet nog één nachtje geduld hebben. Ze maakt zich zorgen over de kastanjes. In het recept staat niet hoe je ze moet bewaren. Ze heeft ze op een schaal gelegd midden in de kamer. Nu is ze bang dat ze bederven. Maar ze durft ze ook niet goed in de koelkast te stoppen, dan verliezen ze hun smaak. Ze is ook ongerust over de kalkoen. Het diepvriesgedeelte van de ijskast was niet groot genoeg. De vogel ligt nu in de groentela. Straks bezorg ik de gasten nog voedselvergifiging denkt ze. Hoe ze ook piekert over het koelprobleem, ze komt er niet uit.     Ze heeft vanochtend haar psychiater uitgenodigd voor het kerstdiner. Hij kon helaas niet zei hij. Ze heeft eigenlijk

geen idee hoeveel gasten er komen. Maar het zijn er vast meer dan drie meent ze. Ze haalt vier stoeltjes op uit de berging beneden. Nu is er plaats voor acht personen. Ze berekent dat er te weinig kalkoen is voor zeven gasten. In het recept staat vijfhonderd gram per persoon. Dan eten ze maar wat minder, denkt ze, zo erg is dat ook weer niet.

    Het is etenstijd. Elaine overweegt de diepvriesmaaltijd uit het vriesvak te halen. Ze doet het nog niet. Ze wil eerst een echte kerstsfeer scheppen. Daar hoort gewijde muziek bij. Ze heeft een plaat van Bach. Die zet ze op. Dan doet ze het licht uit. Zo zijn de lichtjes in de kerstboom en de kerstster het mooist. Ze steekt kaarsen aan in de vensterbank en op de grond. De koorstemmen van Bach maken haar haast duizelig. Met plechtige bewegingen gaat ze rond de schaal met kastanjes.

Het is zover. Kerst. De zon staat laag en groot boven de groene weilanden rond Hoogheemd. Elaine krijgt weer het gevoel dat ze een schotelantenne is. Belangrijke boodschappen uit de kosmos worden in haar huis doorgegeven via de verwarmingsbuizen. Daar is ze heilig van overtuigd. Als ze zich concentreert kan ze het getik ontraadselen. Het is net morse. De buizen hebben goed nieuws: "Hoog bezoek onderweg". Het is net twaalf uur geweest. Ze is opgetogen. Op de bank fantaseert ze een poosje over de gasten. Dan gaat ze naar de kerstboom. Ze wil er ook feestelijk uitzien. Ze pakt een pluk engelehaar van een tak en knoopt het draadje van een kleine kerstbal los. Bij de tafel doet ze haar oorbellen uit. Het engelehaar legt ze op haar hoofd, het balletje hangt ze in een oor. Ze wil de braadtijd van haar kalkoen weten. In het kookboek staat dat een kalkoen van drie kilo in tweeeneenhalf uur gaar is. Ze verwacht de gasten klokslag zes uur. De oven moet dus om half vier aan.

    Voor die tijd beluistert ze de kersttoespraak van de konigin, ze wast af en zet de kastanjes op het vuur. Voor de zekerheid stofzuigt ze de kamer nog maar eens. Even na drieen vult ze de lichaamsholte van de kalkoen met kastanjes. Dan bindt ze de vogel dicht en schuift het geheel in de oven.

Het is kwart voor zes. De aardappelpuree en de salade zijn klaar. Nog een kwartiertje denkt Elaine. Ze kan haast niet wachten. De koelkast doet raar. Hij zoemt en bromt met tussenpozen. Het is een teken weet ze. Ze gluurt even in de oven. De kalkoen is al goudbruin. In de kamer steekt ze kaarsen aan. Ze doet het licht uit en draait aan de thermostaatknop. Ze neemt plaats op de bank. Ze kan eigenlijk niets meer doen. Het diner is bijna klaar, de tafel is gedekt, er zijn toastjes gesmeerd en de bonbons liggen klaar op de salontafel. Opeens gaan de verwarmingsbuizen tekeer. Contact denkt ze. Het gaat over het vervoer van de gasten maar ze kan het tempo van het getik niet bijbenen. Misschien komen ze wel in limousines denkt ze. Dan is er een luide stem in haar hoofd:

'Zet Bach op'.

Ze gehoorzaamt.

'Engelehaar'

Ze voelt aan haar haar.

'Bal'

Ze tikt tegen het kerstballetje in haar oor.

'Balkondeuren!' buldert de stem.

De koorklanken van Bach dragen haar bijna. Ze gooit de deuren open. Ze pakt de dwarsstang van haar balkon. De hemel is helder.

'Nu' fluistert de stem.

Er is een stip aan de rand van haar gezichtsveld. Een vliegende violette vlek die razendsnel nadert. Het is een verlichte schijf, een schotel. De vorm landt langzaam in de weilanden aan haar voeten. Het is klokslag zes uur.

'Daar zijn ze' fluistert Elaine 'per UFO!'

Ze loopt hoofdschuddend naar de oven want de kalkoen moet eruit.