Diverse stukken, rapporten en ingezonden brieven ('82-'95)

  • Basis-groep Medicijnen ('82)
  • Nasmaak van het kraken ('83)
  • Verwijzingen in een groepspraktijk (studierapport)
  • Rapport over de relatie tussen oren, longfunctie en klachten van de luchtwegen ('91, Engels)
  • Plan de campagne en voorstel voor promotie onderzoek ('95)
  • Zoetermeer (ingezonden brief, '95)
  • Tijd voor (com)passie (ingezonden brief, '95)
  • De man van tegenwoordig (ingezonden brief, '95)


De man van tegenwoordig

(ingezonden stuk naar NRC Handelsblad)

De thema avond van de VPRO over 'de man van tegenwoordig' heeft mij aan het denken gezet. De hoofdgaste, Elisabeth Badinter, was van mening dat van vrouwen niet verwacht mag worden dat ze de identiteitscrises van beide sexen op kunnen lossen.
Ik onderschrijf dit volkomen. Het is echter opmerkelijk dat de VPRO geen enkele vertegenwoordiger van de, in de marge opererende maar nog steeds bestaande, mannenbeweging aan het woord liet komen.
Ik pleit voor 'masculinisme' als aanvulling op feminisme. Het is de verdienste van het feminisme dat de rolverdeling tussen mannen en vrouwen enigszins gelijkwaardiger is geworden. In de toplaag van de samenleving zijn er goede ontplooiingsmogelijkheden voor vrouwen, hetgeen er zelfs toe leidt dat manlijke partners soms in het defensief gedrongen worden. (vgl. Opzij: Te slim voor..., feb.'95).
De enige oplossing lijkt mij dat mannen van nu hun eigen identiteitscrisis erkennen.
Dit is overigens erg veel gevraagd, want traditioneel opgevoede mannen die daadwerkelijk op zoek gaan naar eigen identiteit komen zichzelf soms verschrikkelijk tegen.
Ik noem de dichter Gerrit Achterberg (schitterende lyriek over vrouwen na, N.B., moord op een jong meisje), verder Jim Morrison ('Father, I want to kill you, mother, I want to ... you'), die zelfmoord pleegde evenals de onlangs overleden zanger van Nirwana (dit laatste had een kleine zelfmoordgolf als gevolg, een verschijnsel dat niet nieuw is: het trad ook op in de Sturm-und- Drang periode na het verschijnen van Goethe's Das Leiden des jungen Werthers). Ook ikzelf hoor thuis in de traditie van zoekers die in doodsnood geraken. Godzijdank ben ik nu van veel angst bevrijd. Freud's term voor de onveiligheid in de mannenziel is oedipale angst. Freud was echter ook maar een kind van zijn tijd en onderkende niet dat het loslaten van de moederband omwille van plaatsvervangende identificatie met de vader, en de gevolgen daarvan, in hoge mate afhankelijk zijn van het vermogen van vaders af en toe beschikbaar te zijn voor het jonge jongetje en naar dat jochie genegenheid te tonen. (E. Badinter: In de vijftiger jaren zei 95% van de vaders nooit één keer tegen hun jonge zoon dat ze van hem hielden).
Communicatieproblemen tussen mannen en vrouwen zitten vaak vast op weerzin tegen introspectie. Die weerzin is alleen zeer geleidelijk op te lossen. Mannen van nu zijn geen zielepoten (Opzij, feb. '95) maar verdienen wel medeleven, zeker als ze, op welke manier dan ook, op zoek zijn naar zichzelf. Een tip voor manlijke zoekers is het werk van Robert Bly.